rondjescandinavie.reismee.nl

Op de Lunerburger Heide.

We hebben wekenlang mooi weer gehad. Zon, weinig wind, temperaturen van rond 20 graden (maar in de zon was het veel warmer). Heel aangenaam, ik was blij dat ik tijdens de tropische dagen niet in Nederland maar in Scandinavië was.

Op 16 september zijn we naar Zweden vertrokken en kwamen we weer in de drukte van autowegen en stadjes. Daar hebben we de kust verkent. Dat is een mooi gebied, maar vlak en eentonig na de ruige pracht van Noorwegen. Qua landschap is het beter de reis andersom te maken, eerst Denemarken en de kust van Zweden en dan Noorwegen.

De herfst had half september al aardig voet aan de grond in Noorwegen, de berken waren al vrijwel kaal. En op 700 meter hoogte werd het s nachts al koud.

In Zweden waren de eerste herfstkleuren te zien en in Denemarken waren alleen de berken aan het vergelen, andere bomen zijn nog donkergroen.

Vanuit Zweden zijn we de Oresundbrug overgestoken naar Denemarken. In Denemarken hebben we een dag of vijf op een volle camping gestaan, het zag er wit van de caravans. Toen we aankwamen dachten we „dat is niets voor ons, zo vol” maar toen we eenmaal op de camping waren en een plaats gevonden hadden, viel het mee omdat de plaatsen erg ruim zijn. We hadden zelfs uitzicht over de fjord. Op de campings in Zweden en Denemarken staan veel supergrote caravans met supergrote tenten er voor. We hebben een dubbelasser gezien van minstens twaalf meter. Merk: Kabe.

Afgelopen maandag hebben we Kopenhagen bezocht en daar uiteraard de kleine zeemeermin bewonderd. Mooie stad, erg toeristisch.

We hadden nog een paar dagen in Denemarken willen blijven, maar er werd storm voorspeld vanaf woensdag, dus op dinsdag vertrokken we richting Duitsland. We namen de veerboot van Rodny naar Puttgarden. Dit is een sublieme, zeer regelmatige veerdienst. Het was niet druk, we stonden binnen tien minuten na aankomst al op de boot en die vertrok nog geen tien minuten later. Tijdens de drie kwartier durende overtocht kwamen we vier andere veerboten tegen, ze vertrekken blijkbaar om de 10 minuten.

Dit stukje schrijf ik op donderdag 29 september. We zijn op camping Augstfelde-Vierer See bij Augstfeld/Plon, tussen Kiel en Lubeck. Het is een rustige camping met veel groen van struiken en hoge, oude bomen. Ik vind het fijn weer op een groene camping te staan onder de beschutting van bomen. Campings in Noorwegen en Zweden hebben amper bomen.

Het waait stevig. Vanmorgen zijn we in het dorp Plon geweest, hebben van koffie en taart genoten bij de bakker en zijn op zoek geweest naar geocaches. We hadden gehoopt er onze 1000ste geocache te vinden maar dat is niet gelukt. Momenteel hebben we sinds we in 2013 zijn begonnen 999 geocaches gevonden.

Vandaag kan ik deze Reismee niet versturen want de WiFi is heel slecht op deze camping. En foto’s versturen is helemaal onmogelijk, er is geen ‚streaming’.

Dinsdag 4 oktober 2016

We zijn op camping Sonnenberg in Muden Otze op de Luneburger Heide waar we genieten van het herfstzonnetje en de ….. nee nog niet van de herfstkleuren want die zijn er nog niet. Een enkele berk begint geel te worden en laat hier en daar een blaadje vallen, maar de spectaculaire kleuren moeten nog komen. De herfst zal hier wel net zo ver zijn als in Nederland. En dan te weten dat in Noorwegen de berkenbomen half september al kaal waren.

We hebben een hele mooie reis gemaakt. Veel variatie aan landschappen gezien, heuvels en bergen, ruige hoogvlaktes en groene laagvlaktes en vooral veel, heel veel water: zeeën fjorden meren rivieren beekjes watervallen stroompjes. En in de eerste drie weken ook nog regen.

Volgende week komen we weer thuis. Nog een paar wandelingen maken door de prachtige bossen en de heide van de Luneburger Heide zolang de herfstzon ons goed gezind is.

De 1000ste geocache is inmiddels gevonden.

Hartelijke groet,

Corrie en Albert.

Prachtig Noorwegen

Lieve lezers,

We hebben deze keer geen verhaal, maar wel foto's. Klik hierboven op ' foto's ' om iets van het mooie Noorwegen te zien. En klik op ' kaart ' om te zien waar we nu zitten.

Corrie en Albert

Sightseeing Noorwegen.

Woensdag 31 augustus 2016.

Afgelopen zaterdag zijn we aangekomen op camping Boflaten in Vang. Weer een camping aan een groot meer. Hoge steile bergen rondom, kaal op de top, bos halverwege en aan de schuine voet hier en daar lieflijk groen grasland met witgeschilderde boerderijen en hun roodgeschilderde schuren. Het weer is onstabiel, sinds anderhalve week hebben we twee dagen regen of flinke bewolking en 1 dag zon met bolle witte wolken. Gisteren miezerde het de hele dag, vandaag is het bewolkt dus morgen verwacht ik weer een zonnige dag.

De vorige twee campings waar we verbleven lagen bij plaatsjes aan een fjord. Bij beide plaatsjes meren cruiseschepen aan. Beide dorpen hebben twee supermarktjes en een souvenirwinkel. In Eidfjord wandelen de cruisetoeristen door het dorp, daarom zijn daar nog een aantal terrasjes en een VVV waar ansichtkaarten worden verkocht. In Olden stappen de toeristen in de bus om de Briksdalsbreen gletsjer aan het einde van het dal te bekijken. Olden is dan ook een saai dorp.

Maar de twee campings waren mooi, beide gelegen aan een fjord.

De eerste camping, Myklatun, was by Ovre Eidfjord. In dat plaatsje is een Natuur-voorlichtingscentrum over de hoogvlakte de Hardangervidda. Daar zagen we een prachtige film over dit gebied, gefilmd vanuit een helikopter en vertoond op een cinemascopisch scherm, alsof je in de helikopter bent. Zittend op een veilige stoel ging ik volledig mee, wiekte door de canyon tussen hoge bergen, schroefde langs een krachtige waterval omhoog en scheerde over rotsachtige vlakten en plakken sneeuw bovenop de Hardangervidda. Het was zo mooi dat Albert en ik een uur later de film nogmaals gingen zien, omdat het zo mooi was en om de beelden te verwerken.

Een dag later maakten we een wandeling naar de oudste tunnel van Noorwegen die 24 meter lang is. We liepen door twee onverlichte tunnels om er te komen. Best eng.

De tweede camping, Grytta, ligt ten zuiden van Olden, aan het meer Oldevatnet. Mooi gelegen, zie de foto’s. In dit gebied bezochten we de Briksdalsbreen, een gletsjer van het Jostedalsbreengebied waar men vrij dichtbij kan komen. Ik wandelde de steile weg er naartoe, langs een hoge waterval, Albert liet zich rijden in de ‚trollcar’ want hij heeft momenteel moeite met het wandelen van steile hellingen.

Nu zitten we in een gebied dat lang niet zo toeristisch is als de vorige twee plaatsen. In het kleine dorp Vang is een supermarkt, een bank en een gemeenschapscentrum. Een gewoon Noors dorp.

De kleine supermarkt heeft heel weinig en duur vlees in het schap, wel heerlijke Noorse zalm volgens Albert. De (Nederlandse) campinghoudster vertelde me dat er weinig vlees verkocht wordt omdat dorpsbewoners in oktober en november elanden, herten en wilde varkens schieten (wat goed gereglementeerd is) en daar een jaar vlees van hebben. Vegetarische vervanging verkoopt men hier ook niet, daarvoor moeten we naar Fagernes, zo’n 45 kilometer verderop.

Er is weinig te vertellen op het gebied van vogels. Op alle campings trippelen kwikstaartjes en zo nu en dan vliegen er een aantal bonte kraaien en eksters. Geen merel te zien. Wel zag ik zojuist een musje, maar het is geen huismus want deze heeft een vrijwel geheel bruin kopje. Ik kan mijn vogelboek niet raadplegen want het boek is zoek. Die kwikstaartjes zijn wel leuk, een enkele keer zit er een op het bovenraam of voor het grote raam en ze badderen in de plasjes op het dak van de caravan.

Het zwerk trekt weer dicht. het is ongeveer 14 graden buiten.

Tot de volgende Reismee.

In Denemarken en Noorwegen.

In Denemarken en Noorwegen.

(!!!!!Allereerst: het is mogelijk dat jullie geen email krijgen met een link voor de foto’s. Foutje van Reismee. Maar via het blog kun je ook de foto’s bekijken!!!!)

Ik koester de eerste twee dagen van een vakantie, die zijn langzaam. Voordat ik het weet ben ik twee weken verder en ligt de tijd op topsnelheid.

Die eerste reisdag reden we verder dan gedacht (totaal 495 km) omdat de geplande camping aan de westkant van Bremen middagpauze had. Inplaats van 2 uur voor de camping te hangen voor we er in mochten, besloten we verder te reizen naar de oostkant van Bremen. Maar Bremen voorbij komen op een zaterdag in vakantietijd gaat langzaam want we zaten al snel in een bijna stilstaande file. Volgens onze navi zou het een oponthoud zijn van 90 minuten. We namen een afslag en reden op ons gemak door het Duitse binnenland en vonden twee uur later een kleine camping bij Sottrum. We werden verwelkomd door een oudere vrouw die ons steunend op een stok, wegwijs maakte op de camping. We waren de enige toer-kampeerders, naast vijf vaste weekend-kampeerders. Je kon zien dat de camping vroeger met liefde gebouwd en onderhouden was, maar dat er nu alleen werd schoongemaakt waar dat nodig was. Zonneluifels met prachtige afbeeldingen waren groen uitgeslagen, het cafe bleef dicht en het kampeerveld was vol molshopen.

De camping lag vlak naast de snelweg. Ontspannen in het zonnetje zittend werd ik overspoeld en ingekapseld door ruisend en haastend geluid tot ik de caravan in vluchtte.

Verder die week verbleven we op drie verschillende campings:

De tweede reisdag reden we 305 kilometer naar Haderslev in Denemarken. Een camping met een vriendelijk beheerdersechtpaar, maar erg saai. Een groot grasveld omringd door kleinere veldjes. Stonden we gisteravond op een veld met molshopen, nu stonden we op superbe gras, prachtig groen en heel, heel dicht op elkaar staande sprietjes. De volle grasmat veerde onder mijn voeten. Zo’n mooi veld had ik nooit eerder gezien.

De volgende dag reden we verder, ondanks dat er storm werd voorspeld. Maar de camping en omgeving waren zo saai en de door de beheerder versgebakken broodjes waren niet gaar, dus vertrokken we naar een camping met Nederlandse eigenaren, 50 kilometer verderop in Gesten. Ook hier lag prachtig, dik gras, echter met wat onkruid er tussendoor. Het regende en stormde dus we bleven twee dagen en toen de wind ging liggen vertrokken we naar een camping bij Frederikshavn in het noorden van Denemarken.

Deze mini-camping wordt gerund door Nederlanders. Voor hun boerderij kunnen een paar campers/caravans staan op, ook weer, een prachtige volle grasmat. Volgens de eigenaar bemest hij nooit, maar hij laat het gemaaide gras op het veld liggen. Op alle drie de campings in Denemarken zagen we dat ze machtige maaimachines gebruiken die in recordtempo een camping maaien en het gras min of meer verpulverd op de grasmat achter laten. (En wij lopen dat weer de caravan in).

Het Nederlandse boerenechtpaar heeft zo’n honderd melkkoeien en doen het meeste boerenwerk zelf. De koeien staan altijd op stal en kalfjes worden na 1 dag bij de moeder weggehaald. Volgens de boerin kunnen de koeien niet wennen aan een heuvelachtige wei en, ach, ze hebben het goed in de stal. En de kalfjes, ze weten niet beter. Op donderdag werd er een kalfje geboren en we werden er bij gehaald toen de moeder het kleintje schoonlikte. s’ Avonds werd het beestje in een apart hokje gezet.

Er loopt een witte herdershond rond die denkt dat alle koeien zijn vrienden zijn. Hij zoent er mee (zie foto). Ook denkt hij dat de twee jonge katjes die op het terrein ronddollen zijn kindertjes zijn, hij vermaant ze op zijn hondenmanier en versleept ze soms bij hun nekvel.

Het was wel zaak om deuren van auto en caravan dicht te laten want de katjes vonden het prachtig onbekende gebieden te verkennen. Twee onschuldig kijkende vachtjes vol speels leven.

Op vrijdag namen we de boot van Hirtshals naar Kristiansand. De boot zat vol breiende vrouwen. De storm was gaan liggen, het regende nog wel en het was koud, maar het was een rustige overtocht. Wel vertrokken we een half uur later vanwege een technische storing maar die bleek goed opgelost te zijn want we haalden de overkant.

Ik heb Denemarken in grijsheid zien wegzakken, de haven, wat huizen, een strand en dan de grauwe einder, en Noorwegen in grijsheid zien opkomen, wat rotsige eilanden en dan het vasteland.

Die vrijdag reden we naar camping Oddestemmen bij Evje, zo’n zestig kilometer ten noorden van Kristiansand, en bleven daar een week. Het was even wennen dat deze camping aardig vol stond. De eigenaar is, jawel, een Nederlander. Hij slijpt en verkoopt minerale stenen met vele, voor mij onbekende namen. We kregen een steentje, een amazoniet.

We bleven er een week en hebben er wat geocaches gevonden tijdens een aantal plezierige wandelingen door zingende bossen en langs meren, een landbouwtentoonstelling-met-braderie bezocht en op de camping gelummeld. Het weer was die week fantastisch, zon, blauwe lucht, tussen 21 en 26 gr. C.

Van een aantal andere kampeerders hoorden we wat we al wisten: dat Noorwegen zo mooi en gevarieerd is. Als we alle plaatsen die men ons aanraadt zouden bezoeken zijn we een jaar weg. We houden maar gewoon mijn geplande route min of meer aan.

Op vrijdag 19 augustus trokken we weer verder. Albert had moeite de rustige camping te verlaten, maar ik vond dat Noorwegen spectaculairdere landschappen te bieden heeft dan het beboste zuiden en dat het tijd werd die te gaan opzoeken.

We reden langs meren en dwars door bergen en op 900 meter hoogte over een stukje kale hoogvlakte van de Hardangervidda, een landschap zoals dat in de Pyreneeen op ruim 2000 meter hoogte te zien is. Om 12.00 uur waren we bij de door mij geplande camping in Roldal maar Albert wilde liever doorrijden want het was regenachtig weer. Het wilde landschap werd groener, we daalden flink en reden plots op 67 meter hoogte langs een fjord over een smalle weg waarbij er veel gestopt en langzaam gereden moest worden om zonder krassen het tegemoetkomende verkeer te passeren. De door een kampeerder aangeraden camping in Lofthus zag er erg toeristisch uit, dus reden we verder naar camping Myklatun in Ovre Eidfjord, een kleine camping die ik op internet had gevonden. Onderweg veel tunnels, de lengte variërend van 400 meter tot 8 kilometer. Vlak voor Eidfjord was halverwege een tunnel een rotonde verlicht met blauw licht en onze navi vertelde me het verkeerde wegnummer waarna ik vanwege het surrealistische licht, de verbazing over een rotonde in een tunnel en de diverse borden met Noorse teksten, de navi volgde en de verkeerde afslag nam die ons over een prachtige brug over de Hardangerfjord voerde waarna we weer een tunnel indoken waar ook weer een rotonde was die we gebruikten om om te keren en de prachtige brug weer overgingen en op de volgende tunnelrotonde de juiste weg namen. We denken wel dat dat ritje aardig wat geld heeft gekost want er waren bordjes die (alleen in het Noors) aangaven dat er ergens betaald moest worden en wel zo’n 150 Kronen (13,00) voor een personenwagen en 600 Kronen (65,00 euro) voor een vrachtwagen. De vraag is wat de prijs is voor een auto-met-caravan. En we hebben dat stuk 2x gereden! We zien wel als we de rekening thuisgestuurd krijgen.

Woensdag 24 augustus.

We zijn al weer ruim twee weken aan het reizen.

Het bovenstaande heb ik vorige week geschreven maar toen kon ik Reismee niet versturen want de camping had geen WiFi.

Sinds gisteren zijn we op camping Grytta bij Olden, in de buurt van Stryn, dichtbij de Jostedalsbreen gletsjer. We staan vlak aan een meer dat gisteren de bergen helder weerspiegelde. Vandaag is het water volledig berggroen want het regent, en regent en regent.

In de volgende Reismee zullen we vertellen hoe we vorige week de hoogvlakte en tevens grootste nationale park van Europa, de Hardangervidda hebben gezien.

En misschien gaan we morgen een stukje van de gletsjer zien.

Wordt dus vervolgd.

Corrie en Albert

We gaan weer op stap.

Lieve lezers,

Zaterdag 6 augustus nemen we onze caravan weer op sleeptouw. Deze keer gaan we naar het noorden. We houden jullie op de hoogte zoals bekend: met verhalen en foto's.

En we kijken uit naar jullie reakties.

Tot lees.

Corrie en Albert.